Het conserveringsproces
De conserveringsfilosofie van De Mastboom-Brosens Stichting gaat uit van het behoud van de panden en de inventaris in de staat waarin ze zich bevonden op het moment van overlijden van mr. Henri Mastboom in november 1999.
De Mastboom-Brosens Stichting heeft zichzelf de vraag gesteld wat de ijkdatum voor conservering zou moeten zijn. Het “einde” van drie generaties Mastboom of ergens in het midden van de Mastboom geschiedenis. De conclusie was dat de einddatum de geschiedenis het meest compleet in beeld brengt en de overgeleverde materie daarvoor het meest tastbare bewijs vormt.
Onder genoemde materie vallen de bouwkundige constructiedelen, de afwerkingen zoals verfwerk en behang, tegelvloeren, parket, vloerbedekking, stucplafond, hang- en sluitwerk, maar ook installaties van water, elektriciteit, verwarming e.d., ook die vlak voor het overlijden van Henri Mastboom zijn aangebracht. Tevens vallen de slijtagesporen, vervuiling en verval daar in principe onder.
Alleen daar waar het behoud op lange termijn in gevaar komt, zal worden ingegrepen om vervuiling en verval tot een acceptabel niveau terug te brengen. Daar waar echt nodig, bijvoorbeeld door zwamaantasting en constructieve veiligheid, moet worden ingegrepen, maar op een zodanige manier dat het beeld zo weinig mogelijk geweld aangedaan wordt. Daarbij werd ook het principe gehuldigd dat zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal moet worden bewaard, om zodoende de band met het verleden zo sterk mogelijk te houden. Dit is een duidelijk uitgangspunt en werd zoveel als mogelijk gehanteerd.
Deze complexe restauratie en conservering zijn uitgevoerd onder leiding van architect Arjan Oosterhof uit Den Haag. De complete inventaris van het hoofdhuis bestaande uit meubilair, stoffering, beddengoed en kleding, gebruiksvoorwerpen en apparaten is ingetekend, gedocumenteerd, geregistreerd, geconserveerd en opgeslagen bij Helicon Conservation Support in Alphen aan de Rijn en is na de conserveringswerkzaamheden weer teruggebracht in het pand. Om huis en inventaris beter te conserveren is het binnenklimaat verbeterd.
De inventaris van de schuur is op zijn plaats gebleven en zal daar ook blijven, daar het onderdelen bevat zoals lege flessen en musterd, die nauwelijks op gelijke wijze terug te plaatsen zijn zonder verstoring van het ongerepte beeld. De schuur is daarom ook niet of nauwelijks schoongemaakt. Het nevenhuis kreeg een functie van ontvangstruimte voor bezoekers. Daartoe is het huis voorzien van minimale voorzieningen als basisverwarming, sanitair, garderobe en dergelijke. De klimatisering van het hoofdhuis wordt vanaf hier gemonitord en aangestuurd. Alle nutsaansluitingen en andere installaties zijn daarom in het nevenhuis ondergebracht. De nog aanwezige inventaris, bestaande uit oude kachels, wastobben, hout e.d. is elders opgeslagen. Deze zal gedeeltelijk worden teruggeplaatst op de zolders, die een functie zullen krijgen als opslagruimte, dan wel in een buiten het complex te realiseren depotruimte.
Bij een restauratie wordt een pand vaak hersteld. Dit wil zeggen dat het pand teruggebracht wordt in een goede bouwkundige staat, waarbij slechte onderdelen verwijderd en vaak vervangen of helemaal opgeknapt worden. Er wordt een datum als uitgangspunt geprikt en het pand wordt in een relatieve nieuwstaat hersteld. Is het behang slecht, haal nieuw behang in de geest van die tijd. Zijn de bakstenen te erg vervuild, haal ze eruit en vervang ze. Bij restauratie grijp je in en vervang je, om verval tegen te gaan.
Deze conservering is zo uniek, omdat er is getracht alles in en om het Mastboomhuis te behouden in de uiterlijke staat waarin het zich bevond. Anders dan bij een restauratie, werd geprobeerd om elk detail van het huis te bewaren zoals het was op het tijdstip van overlijden van Henri Mastboom. In wat voor staat een onderdeel van het huis ook was, het moest op die manier behouden blijven. Pas als allerlaatste redmiddel werden er dingen vervangen. Een goed voorbeeld is het behang in de kamers. Het kwam los en was ernstig aangetast door vocht en schimmels. Het is tijdens de conservering deels verwijderd, behandeld en weer teruggehangen. Andere delen werden alleen gefixeerd om verder verval tegen te gaan.
Als je nu door het huis loopt zie je datzelfde, loszittende, door vocht aangetaste, behang nog steeds zitten. Er is helemaal niets veranderd! Dit is nu precies de kern van de conservering. Het behang moest met al zijn imperfecties precies op de oude manier behouden blijven. Zo is heel het huis geconserveerd. Alle onderdelen, klein en groot, zijn zorgvuldig tegen het licht gehouden, geconserveerd en zonodig onzichtbaar voor het oog hersteld. Als er een scheur in een muur zat, dan is diezelfde scheur ook nu nog te zien. Dit geldt zelfs voor de gebruiksvervuiling; deze is niét verwijderd. Zo was het immers toen Henri Mastboom overleed en alleen zó kon de sfeer van zijn huis behouden worden.